Swing #31 Festival (dag 2) Wespelaar (18-08-2018) reporter: Marcel & photo credits: Vanessa info organisatie: Swing info bands: Hoodoo Monks (NL) - The Ragtime Rumours (NL) - Matthew Skoller (US) - Elles Bailey (UK) Guitar Slim Jr. (US) - Guy King (US) - The Temperance Movement (UK) © Rootsville 2018 |
---|
Na een korte nachtrust, dienden we ons al wat vroeger richting Wespelaar te begeven, want de eerste band gaf er al de aftrap om 13.30 uur. Zowaar 7 bands gingen de revue passeren vandaag, we kregen dus waar voor ons geld. Hoewel, voor ons geld? Het was even wennen in het begin, want heel wat rustiger dan de avond ervoor.
Starters van dienst waren de Hollandse jongens van Hoodoo Monks. De organisatie gaat geregeld over de grens heen wat bands boeken, waardoor we dit jaar twee Nederlandse bands voorgeschoteld kregen. Hoodoo Monks dus, powertrio die ons een portie rauwe blues kwamen brengen. Redelijk hot de laatste maanden bij onze noorderburen en vorig jaar mochten ze nog openen voor The Red Devils. We konden ons dus verwachten aan scheurende mondharmonica van Erik “Papa T” Van Tilburg, bijgestaan door Peter “Pit Maypole” van der Zanden aan de drums en Benito “Burnette” Berndsen op gitaar.
Vroeg op de dag dus en er waas nog niet zo veel volk komen opdagen. Diegenen die er wel al stonden waren de die hards met de kleine oogjes. Enfin, wie nog niet wakker was, deed er niet lang over om dat wel te zijn. We kregen en middagmal van rauwe blues en hypnotiserende boogies geserveerd met vuige slide, een snerende harmonica en stevig drumroffels. Vroeg op de dag waren de ‘how, how hows’ niet uit de lucht. Het publiek liet zich welwillend bespelen op de tonen van John Lee Boogie , Howlin Wolf’s ‘See Her Do The Do’ wat naaldloos over ging in ‘Who Do You Love’ om iets later af te sluiten met ‘Hipshake’. Aangename opener en iedereen was klaarwakker.
Zoals reeds aangehaald, bleven we in Nederland steken met de tweede band, The Ragtime Rumours. Deze jonge snaken zijn de laatste winnaars van de European Blues Challenge. Ze creëren met hun frisse benadering van de oude ragtime muziek een hele nieuwe sound, een soort mix van old-skool ragtime, gypsyjazz en roots en blues, dit alles gespeeld met een rock’n roll houding, waar ze zelf de naam‘Rag ’n Roll’ aan hebben gegeven. Denk aan Pokey Lafarge en Tom Waits die Django Reinhardt bezoeken en bij een straffe koffie luisteren naar Robert Johnson.
De band bestaat uit Tom Janssen (zang, gitaar en banjo), Thimo Gijezen(gitaar, piano, accordeon), Niki van der Schuren (bas, fluit,sax) en Sjaak Kortsen (drums en percussie). Het zou de eerste maal zijn dat ik de band aan het werk zou zien, en laat dat nu eens een genre zijn dat ik zeker en vast kan pruimen. Ik was heel benieuwd.
Toen ik ‘Stop That Train’ hoorde wist ik al onmiddellijk waarom ze het EBC hadden gewonnen en we waren pas één nummer ver. Vier topmuzikanten, die Niki, wat een stem, wat een verschijning… Bij ‘Way Down The River’ voelde ik mezelf al wegsmelten. De stemmen en de muziek zitten in perfecte harmonie. We staan hier in het gezelschap van getalenteerde multi-instrumentalisten. Blijkbaar is geen enkel instrument hen vreemd en wisselen ze ervan zoals wij een paar sokken vervangen. Thimo gaat van de gitaar , over de piano naar de contrabas en Nicki gaat van contrabas naar de dwarsfluit over de saxofoon. Trouwens de klanken die Thimo uit zijn gitaar haalt doen bijwijlen denken aan de grote Django Reinhardt.
Ze weten een perfect vleugje humor in de set in te bouwen. Nummers als ‘Ain’t Nobody’ of ‘He’s In The Jailhouse Now’ weten het publiek in te pakken. Toen kregen we ‘Faker’ geserveerd, een nummer aan de hand van een gedicht van drummer Jaak. De song doet wat Tom Waits-achtig aan en begint met en prachtige partij dwarsfluit om daarna het tempo stevig op te trekken. Toen had ik zoiets van: dit is muziek waar ik stil en blij van word tegelijkertijd. Ik kreeg zowaar de tranen in de ogen, of hoe muziek je kan beroeren…Het leven kan mooi zijn. ‘Everywhere I Go’ mocht de set afsluiten en ons hééél tevreden achterlaten. Bedankt, dit is één van de beste zaken die ik de laatste maanden zag. Je kan het misschien niet volledig onder de noemer blues plaatsen , but what the heck…
Ondertussen waren we alweer aan de volgende band toe. De timing werd strak en volledig volgens het programma bijgehouden. Hiervoor trokken we terug richting US of A, voor Matthew Skoller. Niet de minste want Skoller is één van de meest gerespecteerde harpspelers in de huidige Chicago scene. Hij speelde bij Lurrie Bell, John Primer, The Kinsey Report en vele andere toppers uit de Windy City. Maar ook onder eigen naam is hij een veel geboekte artiest met een vijftal albums achter zijn naam.
Voor deze tour brengt hij speciaal gitarist Tom Holland mee. Tom is ook zo’n muzikant die de jobs als begeleider aan elkaar rijgt en als leadgitarist aan populariteit wint. Verder zien we Philippe Scemama aan de bas en Pascal Delmas op drums. We konden ons dus opmaken een voor portie heerlijke old school Chicago Blues. We werden dan ook niet ontgoocheld. Recht voor de raapse blues uit de Windy City, met een snerpende harmonica, perfecte uitgemeten gitaarwerk van Tom Holland en een retenstrakke ritmesectie, waardoor alle ingrediënten aanwezig waren voor een topoptreden. ‘These Kind of Blues’, ‘Big Box Store Blues’, de titeltrack van zijn laatset cd ‘Blues Immigrant’ met de verwachte sneer naar Trump of ‘Mama Don’t Waste No Time’ herinnerden er mij aan waarom Skoller nog steeds één van mijn favoriete harmonicaspelers is. Weer eentje om in te kaderen mijn gedacht.
Van de USA naar de UK is maar even de plas over te vliegen. We trekken ons niets aan van de Brexit zomin als Elles Bailey dat doet vermoed ik. Bailey is de nieuwste sensatie bij onze Britse buren. Dame met pittig gitaarwerk en een ruwe korrel in haar stem wat daar een speciaal tintje aan geeft. Iedereen was dan ook razend enthousiast toen ze vorig jaar haar cd “Wildfire” uitbracht. Haar doorrookte stem versmelt in heerlijke rootsy blues, country en soulvolle rock en live laat ze haar omringen door topmuzikanten uit de Britse scene.
Voor deze gelegenheid wordt ze vergezeld van: Joe Wilkins (Guitar), Jonny Henderson (Hammond), Zak Ranyard (bas) en Matthew Jones (Drums). Met het schitterende ‘Madison Man’ was de toon gezet en toen voelde ik al toen in mijn kleine teen dat we hier een topper zouden te zien krijgen. En mijn voorgevoel liet mij niet in de steek. Elk nummer had een apart verhaal wat Elles met plezier met ons deelde. Zoals bij ‘When I Go Away’ van Levon helm of ‘Perfect Storm’. ‘Miss Me When I’m Gone’ is dan weer een nummer dat op de nieuw uit te komen cd zal staan. Voorzien maart 2019. Zeer aangenaam optreden en weer een mooie ontdekking met op het laatste haar eerbetoon aan Chess records met ‘Howlin Wolf’. Mooi, mooi, mooi….
Next in line is niemand minder dan Guitar Slim Jr, geboren als Rodney Armstrong. De zoon van legende Guitar Slim is het levende bewijs dat blues van vader op zoon overgaat. Deze 66 jarige zanger/gitarist kent alle clubs in zijn hometown New Orleans en stond op de grootste festivals in Louisiana. Hij kreeg voor zijn debuutalbum ‘The Story Of My Life’ een Grammy-nominatie en heeft ondertussen al 7 albums uit. Laat deze man nu zijn Europees debuut maken in Wespelaar, daar zeggen we dus niet neen tegen. Buiten Frank Sprangler op gitaar, een volledige Belgische bezetting met Steve “Dynamite” Wouters aan de drums, René Stock op bas en Niels Verheest aan de keys.
Glitterende vestjes en the real show, dat is het handelsmerk van Guitar Slim. Onze Belgische jongens deden het meer dan behoorlijk, getuige de mimiek van Verheest, die zich verloor in de muziek, de coole bas van Stock en de wilde roffels van Steve Wouters. ‘I Found The Blues In New Orleans’, ‘Tough Louisiania Man’ en het door iedereen meegebrulde ‘The Blues Is Allright’ zetten de boel op stelten. We kregen daarenboven een geweldige imitatie te zien van Stevie Wonder, schitterend. Met een likje B.B. hier en een likje Stevie Ray Vaughan daar, met ‘The Sky Is Crying’ kreeg hij het plein op zijn hand. Er werd afgesloten met ‘Turn It On’ en het publiek kreeg er nog eentje bovenop met ‘Lucille’ van wijlen Little Richard. Rock on Baby !
Voorlaatste naam op de affiche voor deze zaterdag is Guy King. Guy werd geboren en groeide op in Israël. Op 16-jarige leeftijd kwam hij voor het eerst naar Amerika om er op te treden. Dit maakte zo’n grote indruk op hem zodat hij besliste om 5 jaar later de grote oversteek te maken om er zich definitief te vestigen. Eerst in Memphis, vervolgens in New Orleans en uiteindelijk verhuisde hij naar Chicago waar hij zich helemaal opwerkte. Oorspronkelijk als bandleider en gitarist van Willie Kent & his Gents en vanaf 2006 onder eigen naam. Guy haalde zijn inspiratie bij de grootmeesters, maar verrijkt zijn sound met zijn eigen invalshoek die hij haalde uit de R&B, soul en jazz. Begin dit jaar gaf hij een memorabel concert als Belgisch debuut in de Banana Peel samen met de band van Fabrice Bessouat (drums), Soul Shot, die bestaat uit Cédric Legoff op toetsen en Antoine Escalier op bas. Deze waren vandaag ook van de partij samen met zijn Amerikaanse blazerssectie, Alessandro Di Bonaventura (Trumpet), Luca Di Giammarco (Tenor Sax), wat nog een extra meevaller is.
Wat mij vooral opviel was Guy’s warme stem, daarenboven schuwt hij niet om de hoge tonen op te zoeken en wat zeker opvalt is zijn geweldig fingerpicking werk op de gitaar. Hij bespeelt het instrument met zachtheid, veel blues en soms jazzy, maar steeds op hoog niveau. De twee blazers tillen het geheel naar een hogere dimensie. ‘Bad Case Of Love’ mocht ons al van in het begin verblijden. Guy nam ook de tijd om een ode te brengen aan de onlangs overleden diva Aretha Franklin met ‘See Saw’. Met ‘Alone In The City’ liet hij ons genieten van een fikse porte jazzy gitaarwerk. Met ‘Truth’ kregen we de titeltrack van zijn nieuwe cd. Met ‘Livin’ It’ en een dikke ‘Thank Yoy’ nam hij afscheid van een enthousiast en zeer dankbaar publiek. Zoals een Nederlandse vriend het mij kwam vertellen: “Dit was supertoppie man! “ en gelijk had hij.
The Temperance Movement blijken in eigen land, de UK, zeer populair te zijn. Eerlijk gezegd , ik had er nog nooit van gehoord, dus heb ik even wat opzoekingwerk moeten verrichten. Hetgeen ik heb gehoord, kon mij echter niet bevallen, not my cup of tea. Ieder zijn ding zeker. Ze brengen een mix van rock’n roll, blues en southern rock dat doet denken aan bands als The Faces, Free en The Black Crowes. De band bestaat uit Nick Fyffe (bas),Simon Lea (Drums) , Matt White (gitaar), Paul Sayer (gitaar) en Phil Campbell (vocals).
Laat ons zeggen dat er veel show bij te pas kwam, de zanger met zijn kapsel deed denken aan een jonge versie van Rod Steward, het eerste nummer klonk zoiets als ‘Tell Me How It Was’ en dat ik hierna besloot om huiswaarts te keren en om het Bijbels te zeggen: “Deze kelk aan mij te laten voorbij gaan”. Ik was blijkbaar niet de enige want er verdwenen samen met mij redelijk wat festivalgangers. Ik ben er van overtuigd dat hier een publiek voor bestaat, maar daar hoor ik jammer genoeg niet bij.
Besluit: een topdag. Voor mij beter dan vrijdag met als uitschieters The Ragtime Rumours, Guy King en Matthew Skoller. Morgen de laatste dag en wat voor één. Ik kijk er naar uit. Tot morgen beste kijkbuiskinderen !!!
Marcel
a wolf chasing the chickens...
and...